Solo paleis - Cobanrondo waterval
Nadat we naar de tempels van Prambanan geweest waren zijn we naar Solo of Surakarta of Soerakarta gereden. Het was erg druk op de weg vooral in Solo zelf. In Solo bezochten we het Mangkunegoro paleis. Hier mochten we alleen met een gids rondlopen. We liepen eerst naar de Pendopo. Deze grote audiëntiehal (62,5x51,6m) heeft een binnendak van honderden teakhouten tegels (siraps) met batik motief en steunt op vier massieve pilaren van bijna 11 meter hoog. Op het plafond zie je diverse sterrenbeelden die iets afwijken van de westerse figuren. De boogschutter figuur was bijvoorbeeld een boog. We hadden geluk bij de rondleiding. Het was woensdag rond 12-13uur en dan werd er Gamelan muziek bespeeld in de audiëntiehal. Deze werd hier vrijwel alleen gespeeld met slaginstrumenten.
Gamelan is de benaming voor zowel de muziekstijl, de muziekinstrumenten als de bespelers groep ervan in Indonesië.. Een gamelanorkest bestaat voornamelijk uit slaginstrumenten zoals drums, kulintangs, gongs en xylofoons maar ook bijvoorbeeld fluiten. Vooral op Java en Bali is de gamelan heel populair. Het is kenmerkend voor Indonesische volksmuziek. De gamelan wordt als een van de hoogst ontwikkelde muzikale vormen ter wereld beschouwd. De gamelan hanteert een microtonale lt toonschaal die afwijkt van de in het Westen gebruikelijke gelijkzwevende stemming en maakt gebruik van complexe ritmische structuren. De orkesten zorgen vaak voor de muzikale begeleiding van dans-, theater- en met name wajang voorstellingen.
De naam gamelan is afgeleid van gamel, een Oud-Javaans woord voor handgreep of hamer, omdat de meeste instrumenten van een gamelanorkest slaginstrumenten zijn. De Indonesische term karawitan is de verzamelnaam voor zowel de Javaanse als de Balinese gamelanmuziek. Een gamelanorkest kan bestaan uit vijf tot veertig instrumenten, waaronder de rebab (tweesnarige luit) de suling (bamboefluit) de dekendhang (houten trommel) de bonang , de gender, de saron (xylofoon) en de gambang (xylofoon)